Geschiedenis antifouling
Aanwas, vooral bij schepen, is al eeuwen een probleem en bestaat al zo lang de mens de oceanen verkent. In ‘’Deipnosophistae’’ beschrijft Arthenaeus de antifouling maatregelen die men nam bij de constructie van het schip Hieron of Syracuse Voor de 15de eeuw werden er verschillende technieken toegepast om aanwas te voorkomen en hiervoor werden voornamelijk drie ingrediënten gebruikt. Een witte substantie, die een mix was van walvis olie, hars en zwavel. Een zwarte substantie, die een mix was van teer en hars. En een bruine substantie waarbij men simpelweg zwavel toevoegde aan de zwarte substantie. De carène bezetten met koperen platen werd voor het eerst voorgesteld in 1708 door Charles Perry maar de eerste experimenten hiermee lieten op zich wachten tot in de late 1750s.
Koper presteerde zeer goed voor het beschermen van de romp tegen wormen en in het verkomen van aanwas. Maar wanneer koper in aanraking komt met water ontstaat er een giftige film die vooral bestaat uit oxychloride en schadelijk is voor het leven in de zee. Verder is komt deze film geleidelijk los waardoor het koper verdwijnt en organismen zich niet op het schip kunnen vastzetten. Vanaf 1770, bezette de Royal Navy de bodem van al haar schepen met koper en deed dit zolang er houten schepen in de vaart bleven. Dit succes was zo groot dat de term copper bottomed bekend werd voor dies dat zeer betrouwbaar en risico vrij is.
(bron: wikipedia)